Toen de Sint Nicolaaskerk werd gebouwd, reed elke dag de Juffer van Batingne voorbij. Zij lachte de bouwheer toe, waardoor die zijn gedachten niet meer bij zijn werk kon houden. De berekeningen en de tekeningen van de nieuwe toren kwamen niet gereed. De Drost van Drenthe sprak met de heer van de havezathe Batinghe en deze met zijn dochter. Zij wilde niemand anders dan de bouwmeester. Haar vader begreep dat en zond haar weg. Maar voor zij ging trok zij nog eenmaal rond en toen de maan tussen de bomen scheen te hangen zag zij de nieuwe torenspits voor zich.
De Juffer zag de bouwmeester aan het werk, stapte van haar paard en vertelde wat ze gezien had en hoe mooi het leek. Daarna ging zij op reis. De bouwmeester had die avond zijn ontwerp klaar. De Drost keurde alles goed, ookal leek het geheel niet op iets dat in Drenthe gebruikelijk was.
Een jaar ging voorbij en de Sint Nicolaaskerk had zijn bekroning. Toen voor de wijding de Juffer terug kwam zegende de Drost de beide jonge mensen, zonder wie er niet zulk een schoon bouwwerk verrezen zou zijn.
(bron: het verhaal staat op het beeld vermeld).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten