in het Groninger Museum
Toen ik op 13 december de tentoonstelling Chihuly bezocht in het Groninger Museum, raakte vooral de foto's van Native Americans mij. De naam van de fotograaf stond er bij E.S. Curtis. Ik ging op zoek naar hem. Wikipedia leerde mij, dat hij 1500 foto's heeft uitgegeven en er boeken bestaan met zijn foto's en verhalen erin. Dus ik zoeken op de website van de bieb van Groningen en ja hoor, daar hadden ze ook één boek.
Dit boek begon ik meteen in, maar las het vandaag pas uit. Dit boek is gemaakt door zijn dochter Florence Curtis Graybill. Ze heeft ook een voorwoord erin gezet. Ze gebruikte aantekeningen uit zijn dagboeken, die hij bij is gaan houden door haar. Ze is weleens met hem mee geweest. Ze beschrijft avonturen, die hem bijna het leven hebben gekost, maar ook momenten van gruwel. Zoals dat hij mee wilde doen met een occulte walvisceremonie bij de Kwakiutl. En om mee te mogen doen, moest hij een 10 schedels hebben en een mummie. Brrrrr.
Hij had nog nooit aan grafschennis gedaan, maar hij moest wel aan deze eis voldoen wilde hij over deze ceremonie willen schrijven. De Kwakiutl gaven anders hun geheimen niet prijs. En zo peddelde hij naar het eiland van de doden. Curtis wilde geen schedel waar nog haar aan zat en een skelet die nog vast zat aan de schedel, had hij ook moeite mee. Het moeilijkste kwam nog... een mummie zoeken. Curtis vroeg George Hunt om raad en deze was getrouwd met een Native Amerikaanse.. Zij zal helpen met het zoeken naar een mummie. Dankzij haar vond hij een mummie van een overleden dame. Zij bleek haar goed gekend te hebben, want ze noemde de mummie steeds bij haar naam. Voordat zij het lichaam uit de kist haalden, sprak ze het toe en legde ze uit, dat het spoedig een grote eer te beurt zou vallen. Curtis kon nu mee doen aan de voorgeschreven riten, waarbij ook het zogenaamde mumie-eten hoorde. Hij weigerde te vertellen of hij een stukje van de mummie heeft gegeten, wat hem wel duizenden keren is gevraagd. Volgens de Engelse wet viel mummie-eten onder kannibalisme en dat was een misdaad waarop een lange gevangenisstraf stond.
Ondanks alle voorbereidingen waren de geesten niet gunstig gezind, want toen de jagers er op uit trokken bleken de walvissen verdwenen te zijn.
Curtis kon zich heel erg kwaad maken als belezen mensen dachten dat alle Indianen (zo werden Native Amerikanen toen nog genoemd) dezelfde taal spraken. En hij liep wel vaker aan tegen dingen, die geleerden dachten beter te weten. Maar door zijn interviews met de volken en bandopnames tot het noteren van bijna alles, kreeg hij het respect dat hij verdiende. Hij benaderde de Native Amerikanen met respect en wilde oprecht alles vast leggen, voor het zou verdwijnen door uitsterving of voor de gebruiken van de Blanken werden overgenomen.
Black Eagle (foto uit het boek)
Bijzonder vond ik het verhaal over Black Eagle van de Assiniboin. Geboren in 1834 aan de Missouri bij Williston, Noord Dakota. Hij was pas 13 jaar oud toen hij voor het eerst ten strijde trok, zonder zich overigens te onderscheiden. De vierde keer behaalde hij zijn eerste succes door eigenhandig zes paarden op de Yanktonai te veroveren. Black Eagle trad driemaal als aanvoerder op. Hij trouwde toen hij 18 was.
Velen Indianen begonnen in Curtis een vriend te zien die net als zij begreep dat 'alle dingen het werk zijn van de Grote Geest'. Hij respecteerden hun religies en waar mogelijk besprak hij deze met hen. Hij haalde sommige stammen over om ook in zijn boek te verschijnen, opdat hun kinderen hen later konden opzoeken. En soms zei hij zelfs "Als jullie niet in dit boek verschijnen, zullen zij denken, dat jullie stam niet veel voorstelde, maar de mensen van de andere stam wel." Op deze manier slaagde hij er uiteindelijk in om Chief Black Eagle, toen 90 jaar en stamhoofd met een doorgroefd gelaat, die zijn hele leven had geweigerd de bleekgezichten ook maar iets over zijn volk te vertellen. Nadat hij zich een hele dag afstandelijk en vijandig tegenover Curtis had gedragen en zich zelfs niet had willen laten fotograferen, kwam het bejaarde stamhoofd om 3 uur 's morgens Curtis tent binnen. Hij maakte de slapende man hevig aan het schrikken toen hij een hand op zijn schouder legde, en sprak "Ik wil dat er in het boek iets over Black Eagle komt"
Noatak-kind
Dit raakte mij ook zo. Jongens van de Noatak (Inuit) moesten de kleine maar efficiënte kajak al leren besturen, als ze nog maar nauwelijks konden lopen.
Curtis wilde vastleggen hoe men leefde en in traditionele kleding. Maar deze foto van een Piegan man rond 1855 laat zien, dat er toch wel wat veranderde. Jongemannen begonnen in die tijd hun haar anders te dragen. Zij kamden hun haar vanaf de kruin en krulden hun pony met behulp van de verhitte laadstok van een geweer.
In het Groninger Museum
Deze Nootka vrouw raakte mij zodanig in het Groninger Museum, dat ik dus op zoek ging naar het boek. Graag had ik meer over haar geweten. Helaas komt zij niet in het boek voor. Nu heeft de bieb wel landelijk her en der nog wat boeken van Curtis, maar geen idee of het nut heeft die boeken eens te reserveren.
Ik vond het mooi om te lezen hoe Curtis probeerde de volkeren van Amerika's oorspronkelijke bewoners vast te leggen.Hij besteedde 30 jaar van zijn leven eraan. Men verweet hem, dat hij de Indianen romantiseerde en omdat de rechten van zijn foto's helaas aan een ander toebehoorde, verviel hij in armoe. Privé ging het ook niet zo goed: scheiden en verzuim van het betalen van alimentatie. Zie wikipedia (klik)
De Native Amerikanen verdienen zoveel meer aandacht in de geschiedenis en het heden. Mede door de foto van de Nootka vrouw en deze (klik) kwam ik in contact met de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Mooi hoe je dan op Instagram kan volgen hoe zij proberen hun cultuur te behouden in een moderne tijd van elektronica.
Hier een 10 minuten filmpje over een aantal foto's van Curtis *klik*
Een filmpje van 9 minuten, met 52 foto's die bijna allemaal in het boek staan *klik*
De film waar Wikipedia over schreef: In the Land of the Head Hunters (1914) - Silent film maar nogal lang duurt, omdat er geen geluid bij zit word het voor onze generatie nogal saai.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten